Wervingsstop doet personeelsgroei afremmen, maar strenger moratorium is noodzakelijk
- Benjamin Dalle
- 1 apr
- 2 minuten om te lezen

[ Begroting ] Uit recente cijfers blijkt dat de sterke toename van het aantal personeelsleden binnen het Brussels Gewest in 2024 tot stilstand is gekomen. Toch volstaat de huidige wervingsstop, die sinds 1 december 2023 geldt, niet om de personeelskosten structureel onder controle te krijgen. Dat stelt Brussels Parlementslid Benjamin Dalle (cd&v) na de antwoorden van minister van Begroting en Financiën Sven Gatz op zijn parlementaire vraag. – Brussel, 1 april 2025
Fors gestegen personeelskosten
Tussen 2015 en 2024 stegen de totale personeelskosten voor het Brussels Gewest met 70%, vooral door de combinatie van +34% meer personeelsleden en +28% indexering van de lonen. Hoewel het aantal personeelsleden voor alle overheidsdiensten samen tussen 2023 (22.616) en 2024 (22.572) nagenoeg stabiliseert, blijft het risico op een verdere kostenstijging groot.
Huidige wervingsstop: halvering van aanwervingen
De wervingsstop, in voege sinds 1 december 2023, heeft 51% minder statutaire aanwervingen en 55% minder contractuele vacatures tot gevolg. Bij de organisaties die aan deze maatregel onderworpen zijn, leidde dit voor het eerst in tien jaar tot een nettodaling van 10 voltijdsequivalenten (VTE). Waar het totale gewestelijke personeelsbestand tussen 2022 en 2023 nog met 382 VTE steeg, was de toename sinds de invoering van het moratorium (2023-2024) beperkt tot 121 VTE, goed voor een besparing van 31 miljoen euro.
Grote uitzonderingen en bestaand personeelsplan
De reden dat het aantal aanwervingen nog altijd hoger ligt dan het aantal vertrekkers, is dat er belangrijke uitzonderingen zijn op het moratorium. Bepaalde overheidsdiensten en -instellingen (zoals de brandweer, Leefmilieu Brussel, Net Brussel en de MIVB) zijn niet gebonden zijn aan het moratorium wanneer zij operationeel personeel aanwerven. Deze organisaties vertegenwoordigen evenwel samen ongeveer 70% van de gewestelijke personeelsmassa. Bovendien kunnen diensten en instellingen die vóór 1 december 2023 een personeelsplan indienden waarin extra personeel was voorzien, nog steeds aanwervingen doorvoeren. Hierdoor ligt het aantal nieuwe aanwervingen nog steeds hoger dan het aantal vertrekkers.
Strenger moratorium en niet-vervanging gepensioneerden
Benjamin Dalle benadrukt dat de huidige maatregel een belangrijke eerste stap is, maar onvoldoende om de personeelskosten structureel te laten dalen. Uit ramingen blijkt dat voor een daadwerkelijke stabilisatie van de personeelsuitgaven, jaarlijks 600 VTE minder nodig zijn (om de kostenstijging door indexeringen en baremaverhogingen te compenseren). Ook zou het niet-vervangen van ongeveer 500 pensioengerechtigden over vijf jaar een besparing van 36,37 miljoen euro kunnen opleveren.
Benjamin Dalle (cd&v):
“De cijfers tonen aan dat de wervingsstop het personeelsbestand voor het eerst in jaren doet stabiliseren. Dat is positief, maar zeker niet voldoende om de uitgavengroei blijvend in te dijken. We moeten een versnelling hoger schakelen en een strenger, maar ook slimmer moratorium invoeren. Als we de essentiële dienstverlening én het middenveld willen sparen bij toekomstige besparingsrondes, moet de overheid eerst zelf de broeksriem aanhalen. Met een netto-daling van 10 VTE op één jaar tijd, gaan we geen 1,6 miljard besparen.”
Minister Gatz kwam nog met een opvallend bericht in de commissie. Hij heeft in het kader van de opmaak van een noodbegroting 2025 als bewarende maatregel een verstrengd moratorium op tafel gelegd. Tot grote verbazing van Benjamin Dalle, vond hij daarvoor geen meerderheid binnen de ontslagnemende regering. “Blijkbaar dringt de ernst van de budgettaire situatie van het Gewest nog altijd niet door bij alle regeringsleden.”, aldus Dalle.
Comments